Een oase van rust
Na onze tour door het oosten bereidden wij ons voor op het verkennen van de Gobi woestijn in het zuiden van Mongolië. O.a. door ons wederom flink op stang te laten jagen door de Lonely Planet. We gooiden dus maar weer wat extra reserveonderdelen, eten etc. in de auto alvorens we op pad gingen. De eerste paar dagen reden we echter vrijwel uitsluitend op drukke (voor Mongoolse begrippen) geasfalteerde wegen waardoor ik me regelmatig afvroeg wat voor doetjes die Lonely Planet eigenlijk schrijven. Maar toen we eenmaal wat dieper in de woestijn door waren gedrongen, en soms meer dan 100 kilometer helemaal niemand zagen, waren we toch maar wat blij met al dat eten, die sloten water en al die onderdelen die we bij ons hadden voor het geval dát. Het eten kwam uiteindelijk zelfs zeer goed van pas, want het toeristenseizoen is hier namelijk allang afgelopen. Daardoor konden we maar met moeite elke dag een ger vinden om in te slapen, en eten en drinken (behalve wodka) bleek al helemaal een probleem. Buiten dat was de reis niet zo heel spannend en qua wilde dieren bleef het deze keer beperkt tot gieren, adelaars en ander gevogelte, gazelles, ibexen, en pikas. We hoopten nog op een rendier, maar die blijken tegenwoordig verboten te zijn.