De grootste mongool aller tijden

Kamperen in Mongolië is goed te doen
Kamperen in Mongolië is goed te doen

Lange tijd dacht ik dat ik de grootste mongool aller tijden was, maar dat blijkt dus Dzjengis Khan te zijn. Die mongool hield net als ik ook van verre reizen en liet zich ook niet makkelijk afschrikken. Daarom hebben we maar besloten om naar het oosten van Mongolië te trekken waar Dzjengis vandaan kwam. Klein puntje is alleen dat er in Mongolië niet zo heel veel asfalt wegen zijn, maar meer van dit soort wegen. Een ander puntje is dat het land op nummer 19 staat in de ranglijst van landen o.b.v. afmetingen (Mongolië is ruim 37 keer groter dan Nederlandje), maar daarentegen slechts 2,9 miljoen inwoners heeft (bijna 6 keer minder dan Nederlandje), waarvan ook nog eens nagenoeg de helft in de hoofdstad Ulaanbaatar woont. Dus mochten we weer panne krijgen dan zijn er wellicht niet zoveel monteurs in de buurt te vinden, en waarschijnlijk nog minder reserveonderdelen. Voor het onwaarschijnlijke geval dat, hebben we de afgelopen dagen hier in Ulaanbaatar dan ook wat stafkaarten, reserveonderdelen en gereedschap ingeslagen. Maar vooral ook een tent, slaapzakken, kookgerei en eten en drinken. Ons visum hebben we voor de zekerheid ook maar verlengd, en een dag voor vertrek kwam ik erachter dat je voor dat gebied een vergunning van defensie nodig hebt. Die kunnen we als het goed is morgenvroeg ophalen en dan knallen we meteen door. Met een off-road gps app op de telefoon moeten we dan proberen om niet te verdwalen of een checkpost te missen in dit uitgestrekte land. Lucía heeft nog nooit gekampeerd en kan heel slecht tegen kou, daarom beginnen wij aan de tocht op het moment dat hier de winter invalt en het al flink begint af te koelen. Dus, wat kan er nou eigenlijk mis gaan? Of misschien ben ik toch wel de grootste mongool aller tijden.

Geef een reactie