Ouwe lullen

Osj / Kirgizië
On Over the hill

Nadat onze jonge lijven waren hersteld van de trekking trokken we weer verder op zoek naar die vent met zijn adelaar. Nadat hij ons had geleerd hoe je een konijn vangt met zo’n beest (spoiler: zo’n adelaar doet alles volautomatisch) sloten we ons rondje om het Issyk Koelmeer af en keerden terug naar Bisjkek, waarbij we onderweg nog een stel fossiele Duitsers tegen kwamen die ook op autovakantie waren. Jong van lijf en leden besloot ik in Bisjkek om nog met een rafting tour mee te gaan en zo de Chon-Kemin rivier af te dalen. Uiteraard werd ik, vanwege mijn jeugdige en gespierde voorkomen, voorin de boot gezet waar kracht, souplesse en reactiesnelheid belangrijk zijn. Toen dat achter de rug was gingen we op weg naar Osj, de tweede stad van Kirgizië. Behalve in Karakol hadden we nog steeds niet al te veel bergen gezien, maar na een kleine honderd kilometer reden we al op eenzame grote hoogte. De hele dag voerde de weg ons door canyons en over bergpassen van ruim 3000 meter hoog, kortom een prachtige rit.

Bruisend Osj

Osj / Kirgizië
Vroeger ging ik zo naar school.

In Osj zelf blijkt niet zo gek veel te doen, voor de meeste reizigers is deze stad – net als voor ons – niet meer dan het vertrek- of eindpunt van de tocht over de Pamir Highway. Voor anderen is het de uitvalsbasis voor hun trekkings of klimexpedities. Aangezien wij dat laatste dus al achter de rug hebben, en pas over een week Tadzjikistan in kunnen, showen we daarom dagelijks onze killer bierbuiken bodies in bij het ijskoude zwembad van ons hotel. ’s Avonds gaan we dansen in de disco om de hoek, die gisteren voor het eerst haar deuren opende. We kwamen er eigenlijk toevallig langs en besloten – ondanks dat we in korte broek en op teenslippers liepen – om ze met een bezoekje te vereren. Binnen was het afgeladen met jongelui die de hele dag aan hun outfit hadden gewerkt, dus we vielen eerlijk gezegd wel een beetje uit de toon. Tenminste, ik dacht dat het aan onze kleding lag. Maar toen we de dansvloer opgingen stak iedereen zijn duim op en kregen we schouderklopjes uitgedeeld op een manier waaruit waardering sprak voor het feit dat twee van zulke oude bokken nog zo vitaal in het leven staan. Terwijl ik me dus de hele week een jonge god waande voelde ik me door die snotneuzen in één klap prehistorisch. Zelfs nog ouder dan die keer, acht jaar geleden, dat ik in Nederland op een hardcore feest was en een meisje tegen mij en een kameraad zei: “Wat goed dat jullie op jullie leeftijd nog naar dit soort feesten komen”. De jeugd van tegenwoordig wordt weer eens bedankt voor zijn beleefdheid en goede manieren, maar als er vandaag of morgen eentje het in zijn hoofd haalt om me te helpen bij het oversteken kan ie de rest van het jaar door een rietje eten.

Geef een reactie