Op visumjacht
Read / lees in : English
Nadat ik wederom uit de klauwen van de Gambiaanse veiligheidsdiensten was ontsnapt kon ik op visumjacht in Dakar/Senegal. Daarbij kwam ik erachter dat ik het reizen door Afrika enigszins behoorlijk heb onderschat. Mijn voorbereiding laat zich het best omschrijven als: ‘gewoon op de bonnefooi’. Dat ging tot nu toe, geheel onverwacht, altijd vaak goed. Onder andere omdat wij Nederlanders het op één na beste paspoort ter wereld hebben. Wij hoeven daarom voor slechts drieëndertig landen vóóraf een visum te regelen. Maar het merendeel van die landen bevindt zich in Afrika. Normaal gesproken ga je voor een visum naar een ambassade om een formuliertje in te vullen, een pasfoto en je zuurverdiende centen af te geven en voila. Maar hier is dat niet altijd zo simpel. Een trip door West-Afrika vereist daarom een zorgvuldige visum planning. Verstandige mensen die deze tocht overland maken hebben dat maanden of zelfs jarenlang voorbereidt, en vertrekken vaak met de benodigde visums al op zak! Was ik ook maar verstandig.
Puzzeltocht
Het visum beleid van diverse landen is daarbij, op zijn zachts gezegd, nogal onsamenhangend. De ambassade van Ghana in Dakar verstrekt bijvoorbeeld alleen visums aan ingezetenen van Senegal. Die ingezetene regel hanteren ze dan weer niet bij andere ambassades die ze hebben. Of je moet gewoon geluk hebben welke medewerker je treft, en met welk been die zijn nest is uitgekomen die dag. Daarnaast stellen ze vaak ook nog verschillende eisen met betrekking tot de aanvraag en ondersteunende documenten en/of hanteren ze afwijkende prijzen per vestiging. Om die reden heb ik Ghana bijvoorbeeld overgeslagen. Waarom zou ik überhaupt moeite doen om het op één na smerigste land ter wereld te bezoeken als ik er ook gewoon omheen kan rijden? Goed. Ik was dus totaal onvoorbereid, maar gelukkig hadden andere mensen de puzzel al opgelost. Daarom kon ik de makkelijkste en vooral goedkoopste (je bent Nederlander of niet) route langs de verschillende ambassades gewoon afkijken van de professionals. Er bleef echter één probleem over. Een land dat je namelijk niet zoals Ghana gewoon rechts kunt laten liggen is Nigeria. En dat land verstrekt uitsluitend visums via de ambassade in je eigen land. Dat noopt sommige mensen er zelfs toe om terug naar huis te vliegen!
Goede geesten
Maar gelukkig heeft Don Guido een hele horde goede geesten met me meegestuurd die het pad voor me effenen. Door hen kreeg ik, nog net op tijd, te horen dat het Nigeriaanse visum in Ouagadougou / Burkina Faso weer leverbaar was. Dat was namelijk op de ochtend dat ik mijn visum voor Burkina Faso kon afhalen. Ik kon daarom, op het nippertje, die aanvraag nog veranderen van een transitvisum (3 dagen) in een toeristenvisum (30 dagen). Dat gaf me dan genoeg tijd voor de aanvraag van het Nigeriaanse visum. Ook kreeg ik, wederom geen dag te laat, te horen dat Kameroen zou stoppen met het verstrekken van visums aan overlanders. Dit omdat overlanders door een gebied in Kameroen moeten waar een burgeroorlog wordt uitgevochten. Uiteindelijk verliet ik Dakar met de visums voor Mali, Burkina Faso en Kameroen. Het visum voor Nigeria haalde ik zoals gezegd in Burkina Faso, Togo verstrekt het aan de grens en Benin via internet. Als de geesten me dan ook nog eventjes tussen de frontlinies in Kameroen doorloodsen komt alles toch nog op zijn pootjes terecht. Tenzij ik weer iets anders over het hoofd zie natuurlijk.