What do you have for your boy?
Read / lees in : English
Nog een beetje brak na de uitbundige festiviteiten in Togo ging ik op weg naar Cotonou, de hoofdstad van Benin. Ik moest daar nog een korte stop maken om de laatste paar visums (Congo Brazzaville, Gabon en Congo Kinshasa) te regelen. Zodat ik zonder verder oponthoud door zou kunnen rijden tot aan Zambia, waar LucÃa me gaat verwennen vergezellen. Daags erna meldde ik mij aan de grens met Nigeria. Nou heb ik toch al heel wat grensovergangen gezien, maar deze sloeg echt alles. Wat een chaos. Het gehele terrein is onverhard, en omdat het geregend had zaten er verscheidene auto’s en vrachtwagens vast in de blubber. Die blokkeerden zodoende het verkeer, waardoor iedereen moest uitwijken via een krottenwijkje, waar de bewoners op het idee waren gekomen om tol te gaan heffen (slim!). Gelukkig mochten diplomaten zoals ik er gratis langs. Door de omleiding was wel mooi de hele workflow verstoord omdat je niet meer automatisch langs de juiste loketten, om alle papieren af te laten stempelen, kwam.
Little India
Het lukte me desondanks om alle loketten te vinden en mijn papieren in orde te krijgen. Wel vroeg alles en iedereen, met of zonder een uniform, om geld. Maar dat ben ik inmiddels normaal gaan vinden. Vervolgens mengde ik mij in de verkeersstroom naar Lagos, ongeveer honderd kilometer verderop. Ik waande mij weer even in India. Compleet met vuilnisbelten aan weerskanten van de van kuilen vergeven weg. Maar vooral ook met tuk tuks en tata’s die erin zijn gespecialiseerd om het verkeer te ontregelen. Echter hebben de Nigerianen er nog een element aan toegevoegd, namelijk elke tweehonderd (200!!) meter een checkpoint. Zo’n checkpoint moet je je voorstellen als een groepje mannen langs de kant van de weg, al dan niet in uniform, gewapend met een AK47, die geld willen hebben. Maar ik had weer eens geluk. Er reed een auto voor me met het raampje open, en de bestuurder gooide bij elk checkpoint wat geld naar buiten. Hierdoor kon ik, net zoals ik in parkeergarages bij de slagboom gewend ben, achter hem aan optrekken terwijl de agenten het geld opraapten.
De politie is je vriend
Uiteindelijk heb ik er zo’n negen uur over gedaan om de honderdtwintig kilometer tussen Cotonou en Lagos te overbruggen. En ook in de rest van Nigeria geven de checkpoints een hoop oponthoud. Tot aan de grens met Kameroen passeer je er zo’n honderdvijfenzeventig (WTF!). In het begin ergerde ik mij er nogal aan, totdat ik me realiseerde dat de agenten overal extreem aardig waren. Ze komen op je auto af met een big smile, roepen te pas en te onpas ‘you are welcome sir’ en willen meestal gewoon even een praatje maken. Niet één keer werd er geprobeerd me een bekeuring aan te smeren, of me op een andere manier een oor aan te naaien. Wel vroegen ze vaak: ‘What do you have for your boy?’. Ik dacht in eerste instantie dat ze geld wilden, maar het bleek dat ze met alles blij zijn. Een paar eieren, een flesje water, een zakje instant koffie of iets dergelijks. Het blijkt dat die jongens daar voor ongeveer vijftig euro per maand in weer en wind staan om iedereen lastig te vallen veilig te houden. En als je niets geeft, blijven ze net zo vriendelijk en wensen je een fijne dag en een prettige reis. Dus als je ooit door Nigeria rijdt, en ik had nooit gedacht dat ik dit ooit in mijn leven zou zeggen: ‘Neem dan wat goodies mee voor de politie.’