Slapen bij de Taiga tijgers
Nadat we wonder boven wonder waren aangekomen in Tsagaannuur liet ik een vrouw in een winkeltje het telefoonnummer van het Tsaatan Visitor Center bellen (niet teveel bij voorstellen, anders hadden we dat gebouw zelf wel kunnen vinden) zodat iemand ons bij de winkel op kon komen halen. Minder dan 5 minuten later stonden we voor het eerst in ons leven oog in oog met een levensechte Tsaatan. En wat een grappig mannetje was dat zeg, supervriendelijk, dag in dag uit had hij van vroeg tot laat een grijns van oor tot oor op zijn gezicht en hij was altijd in de stemming voor een glaasje wodka. Ik vond hem zo leuk dat ik hem mijn designerbril uit China kado deed. Hij bracht ons naar hun guesthouse in town waar we mijn contact in Mörön belden die onze wensen voor hem vertaalde. We wilden de volgende dag vertrekken naar de Taiga voor een verblijf van twee nachten bij de Tsaatan op maximaal 4 tot 5 uur reizen te paard.
De volgende dag stonden we dus noodgedwongen al weer vroeg op om ons klaar te maken voor de laatste etappe, maar net toen we ons ontbijt achter de kiezen hadden begon het te sneeuwen en kwam onze kameraad ons, onder het genot van een glaasje wodka, uitleggen dat we, vanwege de weersomstandigheden, een dag later zouden gaan. Wel gingen we even naar het leger om ons te registreren, hetgeen de nodige problemen gaf omdat mijn paspoort in Ulaanbaatar op de Russische ambassade lag vanwege de visumaanvraag.
De volgende dag ging het dan toch gebeuren, eerst reden we nog met de auto naar het einde van de ‘weg’, en vandaar gingen we te paard, door de snijdende kou, de Taiga op. En verdomd als het niet waar is, na dik twee uur bereikten we de eerste families, waar we een kopje melkthee dronken en waar even later de man des tipi’s van onze gastfamilie ons, met zoon en al, op zijn rendier kwam afhalen. We kregen inmiddels al een aardige indruk van de barre omstandigheden waaronder deze mensen, en wij deze dagen dus ook, leven. Hoe verder we kwamen deze reis des te rustieker werden de accommodaties en sanitaire voorzieningen, maar nu kwamen we op het niveau enkeldoeks tipi en schijten in het bos.
We vervolgden onze reis nog een uurtje en toen hadden we eindelijk ons einddoel bereikt. We werden verwelkomt met nog meer melkthee en deelden de meegebrachte kadootjes uit: tandpasta, tandenborstels, batterijen, metalen schuursponsjes, lucifers, kleurboeken en potloden voor de kinderen en wodka voor de mannen.
Alhoewel je moet betalen voor je verblijf en de paarden, is er verder niets inbegrepen. Je moet dus je eigen slaapzak meebrengen, maar vooral ook je eigen eten. Deze mensen kunnen zelf al weinig te eten en kunnen dus eigenlijk niets delen. Dat merkten we vooral aan de kinderen die gretig alles wat wij konden missen in hun mond stopten. Het was inmiddels al laat in de middag, dus wij en ook de familie begonnen eten te koken. Een beetje bezwaard aten wij onze macaroni bolognese op, want daar zat voor ons tweeën meer vlees in dan de gastfamilie van vier in drie dagen binnen krijgt. Wat we over hadden deelden we, en zij lieten ons rendiervlees proeven. Heerlijk!
Nadat het eten op was, de vrouwen de afwas hadden gedaan en de mannen mijn zakmes vol bewondering hadden geïnspecteerd was het tijd om de meegebrachte kadootjes op te drinken. Vanwege de taalbarrière was het wel lastig communiceren maar met handen en voeten kwamen we toch een heel eind. We hadden een wereldkaart meegenomen zodat we konden aanwijzen waar we op dat moment waren, en waar wij vandaan kwamen. Van Nederland, Colombia en veel landen die ze aanwezen op de kaart liet ik ze vervolgens mijn foto’s zien op mijn laptop. Nadat de eerste fles op was speelde ik wat muziek af met mijn telefoon, waardoor de voetjes al snel van de vloer gingen. Mijn après ski muziek viel het meest in de smaak, en omdat het buiten inmiddels keihard sneeuwde vond ik dat ook wel het meest toepasselijk.
Toen we de volgende ochtend wakker werden sneeuwde het nog steeds maar dat weerhield onze gastfamilie er niet van om de rendieren te zadelen en naar Tsagaannuur te gaan om inkopen te doen. We hadden, achteraf gezien, waarschijnlijk niet vooruit moeten betalen. We zaten dus de hele dag met zijn tweetjes te bibberen in de tipi, want het was ijskoud en het bleef maar sneeuwen. De volgende ochtend waren ze nog steeds niet terug, maar was het gelukkig wel gestopt met sneeuwen. Voor we gingen zadelden de buren een rendier voor ons, zodat we die ervaring en foto’s nog even meepikten, waarna we afscheid namen en onze paarden bestegen om te  beginnen aan onze lange reis terug naar Ulaanbaatar.