Kalm aan en rap een beetje (1)
Read / lees in : English
Omdat ik overal had gelezen dat het echt supermoeilijk en zeker niet zonder gevaar was om – in plaats van over de nieuwe asfaltweg – via het Turkana meer van Kenia naar Ethiopië te rijden wilde ik júíst daarom naar Ethiopië toe. De waarschuwingen waren echter wel zodanig dat ik Lucía deze keer wél vooraf inlichtte. Waarop we ‘samen’ besloten dat we het alleen zouden doen als we met een paar andere reizigers konden optrekken. Door de extreme waarschuwingen binnen de community dachten alle overlanders er precies zo over, waardoor het een eitje was om een Jan uit Duitsland, een Benedikt uit het VK en een Gerry uit Australië te regelen om mee op pad te gaan. Er werd water en voedsel voor een maand ingeslagen, tanks en jerrycans werden tot het randje gevuld, de banden lieten we ze gedeeltelijk leeg lopen, er werd nog wat gerepareerd aan hun Toyota Landcruiser – want die dingen hebben immers altijd wat – en mij werd gevraagd prepaid tegoed op mijn satelliettelefoon te laden voor het waarschijnlijke geval dat er wat mis zou gaan. Of kort gezegd: de schrik zat er goed in.
Kalm aan en rap een beetje
We hadden afgesproken om in Archers Post te verzamelen, omdat je tot daar gewoon op asfalt rijdt en we er allemaal vanuit gingen dat een Landcruiser dat nog net zou lukken. Van daaruit zouden we dan samen de bush bush inrijden. We hadden tot op dat moment voornamelijk via WhatsApp en Messenger met elkaar in contact gestaan. Daardoor zaten we ’s avonds in Archers Post eigenlijk voor het eerst samen aan het bier om de plannen door te nemen en elkaar beter te leren kennen. Die avond hoorden we ook voor het eerst dat Benedikt een vlucht had geboekt vanaf Addis Abeba omdat hij naar één of andere bruiloft moest. ‘We’ hadden daarom haast, terwijl wíj ons eigenlijk hadden voorgenomen het rustig aan te doen. Wij zijn immers ouwe lullen Dat geeft namelijk de grootste slagingskans op lastige off-road trajecten. Daarnaast bleken we over zo ongeveer alles van mening te verschillen. Rond het kampvuur beloofde het dus in elk geval slaande ruzie interessant te worden. Stijf van de zenuwen gingen we de volgende ochtend in het holst van de nacht op weg.
Drukte om niks
De eerste dag reden we tot aan Loiyangali aan de zuidkant van het Turkana meer. Tot daar bleken de wegen gewoon goed. Zelfs met hele stukken asfalt en zonder de diepe rivieren waar we voor gewaarschuwd waren. In het plaatsje zelf was er ook nog eens keuze uit een heel scala aan hotels, zodat ik er al weer aan begon te twijfelen of het allemaal wel zo moeilijk zou worden als ons was beloofd. Desalniettemin stonden wij ’s morgens om acht uur al helemaal klaar om te vertrekken zodat we ruim de tijd zouden hebben om de problemen van die dag het hoofd te bieden. Onze reisgenoten hadden kennelijk ineens geen haast meer want we reden uiteindelijk pas tegen elven het stadje uit. Alhoewel de wegen wederom van uitstekende kwaliteit bleken, en de verschillende stammen in de regio blijkbaar even geen oorlogje voerden over wie wel en niet mag vissen in het meer, kwamen we door ons late vertrek toch pas aan op de kampeerplek in het Sibiloi Nationaal Park toen het al begon te schemeren. We zetten onze tenten daarom op in het donker en zetten het op een zuipen slingerden de barbecue aan. So far so good……