Met de ogen dicht
Read / lees in : English
We hoopten vurig dat, nadat we ons verloofd hadden, onze nieuwe avonturen wél leuk zouden zijn. Zonder verder te treuzelen vertrokken we daarom naar het noorden van Botswana om de zoutvlaktes in het Makgadikgadi Nationaal Park onveilig te maken. Maar toen we daar aankwamen mochten we het park niet in omdat er te veel regen was gevallen waardoor we vast zouden komen te zitten. Terwijl we noodgedwongen verder reden richting Maun kwamen we echter langs een andere parkingang, dus ik dacht: ‘Laten we het hier nog maar een keer proberen’. Slim van mij, want daar bleken niet van die mietjes te werken waardoor we gewoon het park in konden. Er was ook helemaal niks aan de hand, de wegen karrensporen zijn er namelijk van mul zand waar na regenval het water snel in wegzakt. ’s Avonds sliepen we in het met wilde beesten afgevulde park, voor het eerst maar zeker niet voor het laatst, in onze tent op een kampeerplek zonder hek eromheen.
Met de ogen dicht
De parken in het noorden van Botswana sluiten nagenoeg naadloos op elkaar aan. Maar voordat we van Makgadikgadi NP verder gingen in het Chobe NP maakten we een tussenstop in Maun. Om van daaruit een rondvlucht over het park te maken, zodat we de wilde dieren de stuipen op het lijf konden jagen van boven konden bekijken. Een paar uur nadat we weer waren geland begon het onwaarschijnlijk hard te regenen en dat hield ’s nachts pas op. De volgende dag bleek dat de routes in het Moremi Game Reserve daardoor veel spektakel boden. Ruim vijftig kilometer lang reden we door kuilen met een diameter van zo’n zes meter en tot anderhalve meter diep. Boordevol met water! Terwijl LucÃa met de ogen dicht naast me zat te trillen als een rietje deed ik mijn best om de modder tot op het dak te laten landen. ’s Avonds op de camping hoorden we van onze buurman dat zijn Landrover was verzopen. Na enig onderzoek stelde ik vast dat er water in zijn motormanagement computer was gekomen. Tsja, als er ‘land’ in de naam van je auto zit moet je er natuurlijk ook niet mee door het water gaan. Dat weet iedereen die dit blog leest.
Wilde beesten
’s Morgens verklaarde diezelfde buurman dat hij die ochtend hyenas en een nijlpaard rond onze tent had zien lopen snuffelen. Maar even een fotootje maken ho maar. Nadat ik nog geprobeerd had om zijn auto aan de praat te krijgen vertrokken wij weer op eigen kracht terwijl hij het park uit werd gesleept. Het water in de kuilen was weliswaar iets gezakt op de terugweg maar het was nog steeds dikke pret voor de mensen in onze auto die niet met de ogen dicht op safari waren. We kampeerden die avond tussen het Moremi en Savuti Chobe park in, naast een riviertje gevuld met nijlpaarden die de hele nacht herrie maakten. Het Savuti Chobe park waar we een dag later doorreden vonden we niet veel aan. We zagen er nauwelijks dieren en de kuilen waren niet erg diep. Mede daarom scheurden we er in hooguit vier uur doorheen. Dat weerhield de ranger bij de uitgang er overigens niet van om een poging te wagen mij te beboeten omdat ik slechts een transit permit had gekocht die ochtend. Zowel in het park als erbuiten reden we talloze kilometers door diep mul zand. Later hoorde dat er op die route nogal eens Landrovers en -cruisers vast komen te zitten. Dus daar kun je ze ook al niet voor gebruiken. Voordat we in Kasane op de grens met Zimbabwe aankwamen kampeerden we nog een laatste keer tussen de gevaarlijkste beesten van de wereld. Deze keer waren dat olifanten. LucÃa deed die nacht wederom nauwelijks een oog dicht. Geen wonder natuurlijk als je overdag al de hele tijd met de ogen dicht zit.
Update: Helaas hadden wij niet zoveel geluk als deze mensen.