Je moet er een neusje voor hebben
Azië staat bekend om zijn kleuren maar vooral geuren. O.a. van de open riolen, kanalen en alom aanwezige eetstalletjes. Maar vlak ook de mensen, en dan met name de buitenlanders zoals ik die niet gewend zijn aan de temperaturen en zich daarom een ongeluk zweten, niet uit. Daarnaast zorgt het pikante en rijkelijk van knoflook en andere kruiden voorziene eten voor interessante kleurenpaletten in de badkamer. Komt nog bij dat ze in de cheap ass hotels waar ik kom je kamer alleen schoon maken tussen twee gasten in. Noodgedwongen trek ik dus telkens na maximaal 5 dagen weer verder. Dus waar anders dan in Azië vind je dingen als de doerian oftewel stinkfruit en de rafflesia bloem die naar rottend vlees ruikt. Nu ik al een aantal maanden in Azië ben kan mijn neus wel tegen een stootje en dus trok ik erop uit om die bijzondere bloem te bekijken en te ruiken. Dat had ik waarschijnlijk beter niet kunnen doen want mijn camera bleek minder geacclimatiseerd dan ik. De foto hier links is dan ook één van de allerlaatste foto’s die mijn trouwe cameraad heeft gemaakt. Dat noopt mij tot een kleine aanpassing in het reisschema, morgen ga ik daarom niet naar de Perhentian Islands maar naar Kuala Lumpur om een reparateur of, mocht hij onherstelbaar blijken, een nieuwe camera te zoeken.