Titanic

Read / lees in : English

Lower Zambezi NP / Zambia
De rivier leek nog wel zo kalm.

Aangezien mijn auto beschikt over een motor met maar liefst vier cilinders, zag ik er geen been in dat er ééntje haperde. Maar ik wilde vooral Beun de Haas er niet nog een keer aan laten prutsen. Een wijs besluit zo zou later nog blijken. Daar kwam bij dat ik niet kon wachten om mijn nieuwe camera en lens, die Lucía had meegesleept, uit te proberen. Dus reden we snel van Lusaka naar het Lower Zambezi National Park. Tot op dat moment had ikzelf bovendien nog nauwelijks wilde beesten gezien in Afrika, dus daar mocht het weleens een keertje van komen. Lucía viel, wat dat betreft ten minste, met haar neusje in de boter. Want we hadden het kamp dat we hadden uitgezocht nota bene nog niet eens bereikt of er zat al een woedende olifant achter ons aan. ‘Gelukkig hapert er maar één cilinder’, dacht ik nog terwijl ik Dumbo in de achteruitkijkspiegel langzaam kleiner zag worden.

Ontbijten met de leeuwen

Lower Zambezi NP / Zambia
Elke dag paradeerden de wilde beesten langs onze camera’s.

Als stadsmensen moesten we wel even wennen aan het park. Zo scharrelden er ’s nachts nijlpaarden en bavianen door het kamp waardoor we ons tentje niet uit konden. Terwijl we er juist in het holst van de nacht uit moesten om de andere wilde beesten te kunnen spotten. We waagden het er maar op en slaapwandelden om vier uur naar de auto. Het restaurant was op dat tijdstip nog niet open, waardoor we met een knorrende maag door de raampjes naar dieren zaten te kijken die lekker aan het kanen waren. Dat houdt geen mens lang vol. Maar we hadden geluk want we zagen nergens leeuwen, daardoor durfden we het aan om halverwege te stoppen zodat ik een ontbijtje in elkaar kon flansen terwijl Lucía paraat stond om aanvallen van beesten, die het in hun domme kop zouden halen om te proberen onze witte bonen in tomatensaus te stelen, af te slaan. Echt teamwork! Ze bofte dat ik voor geen meter kan koken, want er kraaide verder geen leeuw naar ons. Na drie dagen waren mijn geheugenkaartjes vol en reden we dus het park maar weer uit, richting Livingstone. Daar hadden we met de Argentijnen, die eindelijk klaar waren die arme Duitse vrouw te helpen, afgesproken.

Schuitje varen

Batoka Gorge / Zambia-Zimbabwe
Tegen beter weten in klampten we ons toch telkens weer vast aan de Titanic.

Onderweg kregen we het al snel flink benauwd. De airco wilde namelijk niet goed koelen omdat de motor overkookte. Beun had tijdens het sleutelen een slang van het koelsysteem geperforeerd. Gelukkig heb ik voor dat soort gevallen altijd massa’s water in de auto. Regelmatig het koelsysteem afvullend bereikten we de volgende avond Livingstone en maakten we kennis met Facu en Carina. Het klikte fantastisch tussen ons vieren. Het bleek dat Facu al zo’n vijf jaar aan het reizen is, en dat Carina hem sinds een jaartje vergezelt. Terwijl wij sterke verhalen, en de vrouwen beschrijvingen van smerige hotelkamers, uitwisselden, deden we samen toeristische dingetjes zoals een helikoptervluchtje boven de Victoria watervallen. Zonder Lucía gingen we tenslotte nog een dagje raften op de Zambezi. Toen de kapitein ’s morgens vroeg hoe we onze raft wilden noemen, flapte ik de naam Titanic uit. Dat zou het team nog flink moeten bezuren. Nou ben ik al best vaak wezen raften, maar in totaal ben ik hooguit één keer uit de raft gevallen. Met kapitein Kay daarentegen kapseisden we bij het minste of geringste nagenoeg elke rapid om maar vooral de naam van het team eer aan te doen. Ik heb zodoende bijna alle rapids, waaronder de gevaarlijkste (nummer zeven), zwemmend tussen de krokodillen afgelegd.

Kijkt en huivert (ik zat meestal links voorin):

Geef een reactie