Coke en alcohol en dan lekker knallen!
Ik was van de week in Potosi, en die plaats is voornamelijk bekend vanwege zijn Cerro Rico. Een berg die nogal veel zilver metaal bevat, tegenwoordig voornamelijk zink vroeger toen het nog van de Spanjaarden was zilver dus. Desalniettemin zijn er na 400 jaar nog steeds zo’n 200 mijnen in bedrijf in de berg. En die kun je bezoeken, wel eerst even op de markt cocabladeren, frisdrank, anijssigaretten en alcohol kopen als kadootje voor de mijnwerkers. Die jongens hebben die coke hard nodig ook om op vier kilometer hoogte hun zware werk te kunnen doen, ter vergelijking, ik was al buiten adem van het instappen in het busje dat ons naar de mijn bracht. De kameraden beginnen ’s morgens om 6 uur en werken dan door tot een uurtje of 8 ’s avonds. Lucratieve business voor ze want het levert ze 8 euro per dag schoon in het handje op. En dat 6 dagen per week, pensioen moeten ze dan uiteraard wel zelf opbouwen maar aangezien ze al met 13 jaar mogen beginnen (wel zo handig met die lage plafonds in de mijn) hebben ze daar meer dan genoeg tijd voor. Alleen is de berg na 400 jaar mijnbouw zo langzamerhand gatenkaas, het wachten is volgens mij op de dag dat de berg volledig instort na de zoveelste staaf dynamiet die ze laten ontploffen. Tot het zover is houden ze de spanning er in door tijdens het werk met gevaarlijke explosieven een drankje te nuttigen. Dat je het even weet de volgende keer dat je weer een tubetje zinkzalf koopt.