Vanwege een kapotte geheugenkaart zijn er geen foto's meer van onze eerste bestemming in Iran, Mashhad.
Deze reportage begint daarom met de woestijn tussen Mashhad en Yazd.
We waren nog maar net aangekomen in Yazd of LucÃa werd al het hoofddoekje van het lijf gevraagd.
Vrouwen in Iran moeten verplicht het hele lichaam plus hoofdhaar bedekken. Vrouwelijke rondingen mogen ook niet zichtbaar zijn.
We logeerden vlak naast dit Amir Chakhmaq Complex.
's avonds ziet dat er zo uit, het is 1 van de grootste Hosseinieh in Iran.
Een Hosseinieh is een gebouw waar de sjiieten Muharram gedenken. De hele maand dat wij in Iran waren was het Muharram.
Niet veel verder staat deze Jameh-Moskee (hé dat rijmt).
Het gebouw dateert uit de 15de eeuw en de torens zijn maar liefst 48 meter hoog.
Achter de moskee ligt een doolhof van steegjes waar menig toerist in verdwaald.
Je moet echter vooral oppassen voor de brommertjes die er doorheen komen scheuren.
Alles heeft er dezelfde kleur en lijkt op elkaar.
Ik durfde het zelf nauwelijks aan met de auto, bang als ik was een steeg in te rijden die te klein was voor mijn Kia.
Wij vonden uiteraard probleemloos onze weg naar.....
.....de Khan-e Lari, een 150 jaar oud huis van een rijke familie uit de Qajar periode.
We vonden er niet veel aan en vervolgden onze weg door het doolhof.
Het stierf er trouwens van de Oriëntaalse Horzels.
Wij waren wel even toe aan een drankje, in Iran zetten ze vaak een vlaggetje van je eigen nationaliteit bij je op tafel. Ze hadden alleen geen Colombiaanse vlag.
We klommen even op een dak om ons te oriënteren. De vierkante torens zijn 'badgirs'. Die vangen de wind en leiden die het huis in voor verkoeling.
In de verte zagen we ons herkenningspunt gelukkig, nu alleen nog even daarheen zigzaggen.
Eenmaal uit het doolhof was het straatbeeld meteen weer vertrouwd.
Een ander vertrouwd gezicht in Iran zijn de juwelenverkopers op straat.
In de heilige maand Muharram zie je behalve de vrouwen eigenlijk alles in het zwart gehuld.
Vanaf 9 jaar oud zijn ook kleine meisjes de klos en moeten ze onder de hijab voor de rest van hun leven.
We gingen ook nog even spoorzoeken in een andere buurt.
En ook daar was het passen en meten voor de automobilisten.
En de smid slaat vrolijk fluitend op het hete ijzer in zijn gezellige smidse, waar een foto van zijn vrouw en kinderen hem de nodige werklust verschaffen.
Maar, jongens en meisjes, d'r zijn ook mensen, die de hele dag het liefste de kantjes ervan aflopen.
We reden even naar de rand van de stad waar deze Zoroastrische Tower of Silence staan.
Er staan nog wat oude gebouwtjes ook met o.a. een waterreservoir.
Er zijn twee van die torens, vroeger legden de Zoroastriërs er hun lijken op zodat de gieren ze konden 'opruimen'.
Op de terugweg brachten we nog een bezoekje aan deze Zoroastrische vuurtempel.
Vanuit de hele wereld komen Zoroastriërs hierheen. Deze vlam brandt al sinds de 5de eeuw en je zou kunnen zeggen dat dit hun god is.
Ondertussen was het Ashura feest in het centrum vlakbij ons hotel goed losgebarsten.
Alle feestgangers vroegen me de hele tijd om een foto van ze te nemen. Aardige lui allemaal.
Een dag later reden we naar Garmeh, een echte oasis in de woestijn zoals je vanuit de lucht goed kunt zien.
Het dorp voelde meteen vertrouwd aan.
We liepen door een palmbomenbos richting de waterbron.
Desert life.
Even de enige waterbron van het dorp verzuren.
Alhoewel deze visjes maar geen genoeg kregen van mijn tenenkaas.
Van deze prachtige libelles zagen we er tientallen, maar alleen deze wilde op de foto.
Het enige hotel in Garmeh.
We bleven er niet slapen, maar reden terug naar Yazd.
Onderweg passeerden we weer dezelfde gecamoufleerde dorpjes.
Aan de ene kant zijn die woestijnen troosteloos, aan de andere kant ook wel weer mooi.
Je vergist je wel behoorlijk in de afstanden, die bergen in de achtergrond waren vanaf dit punt ongeveer 70km rijden!
De zon ging onder.
's Morgens gingen we meteen weer verder, Yazd kenden we immers al. Op naar Shiraz. Onderweg uiteraard weer overal en nergens moskeeën.
Na aankomst 's avonds meteen even wat fotootjes gemaakt van de Karim Khan Citadel.
Één van de torens is scheefgezakt door het water dat hier wegliep uit de badkamer in de tijd dat het gebouw als gevangenis werd gebruikt.
Het is gebouwd in de 18de eeuw, tijdens de Zand-dynastie.
Op de tegels boven de ingang staat een afbeelding van Rostam die een demoon bedwingt.
We gingen ook even shoppen, maar ik kon geen keuze maken.
Voor vrouwen is het ook niet makkelijk. Er is gewoon teveel keus.
Dag en nacht verging horen en zien je vanwege de vele 'festiviteiten' ivm Muharram.
Bij elke optocht waren er namelijk grote speakers aanwezig waaruit onophoudelijk geschreeuw klonk.
De mannen die meelopen slaan zichzelf de hele tijd met een stok waaraan metalen kettingen bungelen.
Een onbekend kunstwerk van een onbekende artiest.
Als ambtenaar kun je overal ter wereld aan de slag, het werk verschilt nauwelijks van land tot land.
Vanaf de citadel sjouw je door deze Vakil Bazaar.
Tot aan deze Vakil Moskee. Alles was gesloten toen wij er waren, want Muharram.
Wel konden we deze Madraseh-ye Khan in. Bij de ingang vroeg een mannetje ons wel entree, maar trap er niet in. De entree is graties.
Het plafond bij de ingang schijnt erg beroemd te zijn, het is in elk geval erg oud en kitsch.
Op de binnenplaatst staan een heleboel palmbomen met dadels. Zelf hou ik niet zo van die zoete dingen.
Deze jongens kwamen net van de moskee waar ze waren omgekocht met een bakje rijst met kip. We mochten pas doorlopen nadat we een foto hadden gemaakt.
Dit is de Imamzadeh Seyed Alaeddin Hossein moskee. Het is niet te filmen hoeveel moskeeën in deze buurt vlakbij ons hotel staan.
De nieuwe (religieuze) bibliotheek, maar daar gaat het niet om. Het licht van de zonsondergang was zo mooi dat ik er een foto aan waagde.
Weer zo'n Iraniër die hoe dan ook op de foto wilde. Daarom zit je nu naar hem te kijken.
Bij deze Shahcherargh Schrijn mocht mijn camera niet mee naar binnen. Maar gelukkig hebben ze daar drones voor uitgevonden.
Het rouw festival ivm met Muharram/Asjoera kwam tot een hoogtepunt.
Dus iedereen ging in het zwart uitgedost zichzelf te lijf.
Iedereen was inderdaad in diepe rouw aan de koppies te zien.
Trompetgeschal waar je oren tuut tegen zeggen.
Dat Muharram staat in het teken van de moord op Hoessein de kleinzoon van Mohammed (VZMH) in het jaar 680 na Christus.
Die werd toen in Karbala (Irak) onthoofd. Wat dat betreft is er door de eeuwen heen dus maar weinig veranderd daar.
Het is dus een rouwmaand. Vandaar al het zwart. Het is tevens het begin van het nieuwe Islamitische jaar.
De eerste Iraniër die eigenlijk niet op de foto wilde maar schoorvoetend toch akkoord ging.
Het Bi Bi Dokhtaran mausoleum naast ons hotel.
Rechtsonder het Pars Museum, linksboven de Shohada rotonde en de Karim Khan Citadel.
We gingen vanuit Shiraz op expeditie naar de belangrijkste bezienswaardigheden van Iran. Onderweg was het weer moskeeën galore.
We bewaarden het beste voor het laatst en gingen daarom eerst naar Pasargadae.
Hier staat: 'Ik ben Cyrus, Achaemenidische Koning', in drie talen. Oud perzisch, Elamite en Babylonisch.
Pasargadae was de eerst hoofstad van de Achaemeniden, gebouwd door Cyrus de tweede.
Er is niet zo heel veel meer van over, het waren grotendeels tuinen.
Een tuin was volgens de Achaemeniden iets wat de hemel het dichtst benaderde. Het perzische woord voor tuin is 'Pairidaeza', dat wij hebben verbasterd tot paradijs.
In een tuin horen natuurlijk ook vogeltjes.
Het bijbehorende fort.
Was wel een dingetje natuurlijk om in die tijd (500 v. Christus) in deze woestijn een tuin te bouwen en te irrigeren.
Hier binnen was Cyrus begraven, op een gouden bed.
Daarna was het tijd voor de hoofdattractie: Persepolis (stad van de Perzen).
Dit is de hoofdingang: de Poort van alle Naties.
De stad is gebouwd door een nazaat van Cyrus, Darius de Eerste.
Net als de mensen vroeger kwamen ook wij de stad binnen door de 'Poort van alle Naties'.
Die poort is voorzien van vier Lamassus, de gevleugelde mensleeuw.
We zagen ze ook in India, ze beschermen het gebouw en haar inhoud.
LucÃa stond wederom volop in de belangstelling.
Rechts van de poort staat wat overgebleven is van het Apadana Paleis.
Boven op de pilaren stonden dit soort ornamenten die de dwarsbalken van het dak droegen. Deze in de vorm van de mythische Huma vogel.
Andere in de vorm van paarden of stieren.
Dit was denk ik een stier, bij de ingang van de Troonzaal.
Overzicht van de stad vanuit het zuidoosten met op de voorgrond de schatkamers.
Dit is de grafkamer van Artaxerxes de tweede, een koning die na Darius aan de macht kwam.
Tenminste dat denk ik op basis van de foto van Artaxerxes boven de ingang.
Ernaast ligt Artaxerxes de derde in een andere tombe.
De stad is verwoest (in de brand gestoken) door Alexander de grote.
De stad werd voornamelijk gebruikt rond nieuwjaar, Noroez.
Hier afgebeeld als de leeuw (het nieuwe jaar) dat het oude jaar verslindt.
De bevolking en leiders van de onderworpen gebieden (moesten) kwamen dan geschenken (belasting) aanbieden aan de koning.
Hier zien we trouwens Darius die een leeuw te lijf gaat.
En daarna ging ie lekker wandelen in de tuin.
Genoeg oude stenen, we wilden wel weer eens een moskee zien. Dus hup naar Isfahan.
Maar eerst begonnen we met de Qeysarieh Poort aan de noordzijde van het Naqsh-e Jahan Imam plein.
Deze geeft toegang tot de Bazar-e Bozorg, een ongelofelijk grote bazaar.
Behalve ontelbare winkeltjes vindt je er ook prachtige gebouwen zoals deze uit de Qajar tijd.
Afgewisseld met moskeeën.....
...zoals deze Masjed-e Hakim.
Gelukkig konden we onderweg door de bazaar ook een hapje eten (kebab met rijst uiteraard).
En dan, na 1,7 kilometer sjokken door de bazaar bereik je deze Masjed-e Jameh moskee.
Het is de grootste moskee in Iran, en hij is ongeveer 1001 jaar oud.
Omdat hij niet in 1 keer is neergezet kun je er bouwstijlen en mozaieken uit vele verschillende periodes bekijken.
Dit is één van de pronkstukken.
De Taj al-Molk dome, volledig gecontrueerd met baksteen en naar het schijnt mathematisch perfect en sterk genoeg om alle aardbevingen tot nu toe te overleven. Kunnen ze in Groningen nog wat van leren dus.
We liepen weer terug door de bazaar langs winkeltjes met de laatste damesmode.
Viel mijn oog ineens op een paspop geïnspireerd op Bart 'boos' de Graaff.
Weer terug bij het begin, het Naqsh-e Jahan Imam plein, gezien vanuit het zuiden met de Masjed-e Sjah moskee op de voorgrond.
De bouw van deze moskee begon in 1611, er zijn bewust fouten gemaakt in de symmetrie. Immers alleen Allah kan dingen perfect maken.
Zoals overal hingen ook hier de foto's van de grote roergangers.
Binnen in de Masjed-e Shah moskee zijn er een aantal dingen die hem bijzonder maken zoals deze portieken met 'haf rangi', 's werelds eerste prefab mozaieken.
Persoonlijk vind ik al die mozaieken nogal kitsch, maar het getuigt wel van groot vakmanschap.
Als je precies onder deze koepel gaat staan en schreeuwt of stampt met je voeten kun je tot 12 echos horen, maar met meetapparatuur detecteren ze tot 49 echos!
Het dak lekte wel dus ze hadden een emmertje neergezet.
Aan de oostkant van het plein staat uiteraard ook een moskee, de Masjed-e Sheik Lotfollah.
De koepel van dat ding heeft een afwijkende kleur, want anders gaat het vervelen natuurlijk.
Oorspronkelijk was de moskee eigenlijk alleen bedoeld voor de vrouwen uit de harem van de Sjah.
Als de avond valt dan zetten ze de fonteinen aan.
Dat betekende dat we moesten opschieten om het Kakh-e Ali Qapu paleis aan de westkant van het plein nog te kunnen bezoeken.
Helemaal boven in het Kakh-e Ali Qapu paleis zit de muziek kamer met een heel speciaal plafond.
De bedoeling van die constructie is dat het de akoestiek verbeterd, maar toen ik er stond te zingen klonk het nog net zo beroerd als anders.
Nadat we eruit waren getrapt was het al donker, maar dit is het paleis dus van buiten. Het terras met de houten pilaren is al een paar jaar in renovatie.
Hier nog een keer de Masjed-e Sjah moskee by night.
Ten westen van het grote plein is het Kakh-e Chehel Sotun paleis ooit neergezet.
Het paleis is beroemd vanwege de 20 houten pilaren, de naam betekent 40 pilaren want zoveel zie je er als je de spiegeling in de vijver ervoor meetelt.
Ik zag maar 18 pilaren (3x6) dus waar o waar zijn die laatste twee.
Binnen hebben ze de boel opgeleukt met frescos die verschillende oorlogen die de Sjah voerde voorstellen.
Aan de achterkant hebben ze natuurlijk ook weer een plens water voor het spiegeleffect.
We sjokten nog een beetje verder door de tuin.
En toen vonden we het wel weer welletjes met al die paleizen en moskeeën, dus gingen we op zoek naar iets anders......
.....een kerk bijvoorbeeld. Dit is de Vank Kathedraal ook wel de kerk van de Heilige Zusters.
De enige kerk waar de deur niet altijd open staat, dus we klommen maar even op de naastgelegen parkeergarage voor een foto.
Her en der staan gigantische standbeelden zoals deze pottenbakker.
We liepen terug over de beroemde Si-o-se brug.
Als je een foto ziet van Esfahan dan is het vaak van deze brug, maar dan met water.
Echter stroomt er al jaren geen water meer door de Zayandeh rivier.
Si-o-se pol betekent brug met 33 bogen.
Wat jammer, we hadden net zo'n zin om een paar baantjes te trekken.
Geinig kunstwerkje bij de Joubi brug een stukje verderop.
Op onze laatste avond in Isfahan gingen we nog even een ijsje eten in Hafez street.
Op weg naar Shush, 600 kilometer verderop, reden we al snel langs deze Marbin Fort (Atash Gah).
De wegen in Iran zijn verassend goed, en het landschap werd ook steeds mooier naarmate we de Iraakse grens naderden.
In Shush lig de profeet Daniël begraven. Net als in Oezbekistan (zie mijn fotoreportage van Oezbekistan elders op deze site).
Hier ligt ie dan. Vond ik die in Samarkhand/Oezbekistan leuker (daar was zijn kist wel 20 meter lang).
Vanaf Daniëls graf (die blijkbaar profeet was voor Christenen en Moslims) liepen we de heuvel op naar het kasteel van Shush.
Maar voordat we het kasteel van Shush konden bekijken moest deze schoolklas eerst even Engels oefenen met ons en een ander Nederlands stel.
Het kasteel is gebouwd door een Franse archeoloog, het heeft daarom een Frans middeleeuws design.
Het is gebouwd in 1890 zodat hij een veilige basis had voor zijn graafwerkzaamheden in de buurt.
Deze foto is genomen vanaf de archeologische site. Er was hier namelijk een paleis van Darius (die ook Persepolis bouwde).
Wie weet wat dit betekent mag het zeggen.
Vanuit Shush gingen we op weg naar Chogha Zanbil, onderweg kwamen we langs een begrafenis en deze jochies wilden heel graag op de foto.
Bij een begrafenis horen natuurlijk luidsprekers om het aanstellerige gejank van de vrouwen te overstemmen.
Dat lukte maar ten dele, tering wat kunnen die wijven overdrijven.
In Chogha Zanbil, niet ver van Shush, staat deze Ziggurat.
Drones trekken altijd veel bekijks van omstanders. Maar helaas ook van de autoriteiten, ik kon ternauwernood voorkomen dat ze hem hier in beslag namen.
Deze ziggurat is gebouwd ter ere van de god Inshushinak. Één van de belangrijkste goden van de Elamieten.
Na drieduizend jaar zien de bakstenen er nog pico bello uit, maar het spijkerschrift op ooghoogte aan de basis verraad dat het nog de originele bakstenen zijn.
Er is ook nog een voetafdruk van een Elamiet die de tand des tijds heeft doorstaan.
Vroeger mocht alleen de elite de ziggurat beklimmen, tegenwoordig mogen alleen de hagedissen dat.
Het is de best bewaarde ziggurat ter wereld en Iran's allereerste door de Unesco tot werelderfgoed verklaard monument.
We reden ruim 800 kilometer terug naar Isfahan en vandaar door naar Kashan.
Gelukkig kost diesel maar 16 cent per liter en mag je zoveel bier drinken als je maar wil in Iran. Die dingen maken zo'n lange rit dan nog enigszins dragelijk.
Hier zien we een glaszetter in Kashan op weg naar een klus.
In Kashan zijn (naast de onvermijdelijke bazaar) de 19de eeuwse huizen rond Alavi Street de voornaamste bezienswaardigheden.
Als je door de buurt loopt zou je dat in eerste instantie niet zeggen.
Maar als je met de helikopter over de wijk heen vliegt wordt het ineens wel duidelijk.
Als je naar binnen wil om te zien hoe mooi de huizen zijn, dan moet je eerst aankloppen. Links is de klopper voor vrouwen, rechts voor mannen, ze maken een verschillend geluid zodat de juiste persoon de deur kan gaan openen.
Dit huis, de Khan-e Boroujerdi, is gebouwd door een koopman omdat hij wilde trouwen.....
....en de vader van de bruid eiste dat zijn dochter in minstens zo'n mooi huis zou komen te wonen als het zijne.
Het duurde maar liefst 18 jaar om dit huis te bouwen.
Dat lijkt lang, maar als je ziet hoeveel priegelwerk er overal is aangebracht dan wordt wel duidelijk waarom.
Deze badgir (windvanger ter verkoeling van het huis) schijnt beroemd te zijn. Maar ik mocht het dak niet op om hem te fotograferen.
Maar daarom heb ik dus een drone.
Vlakbij staat deze hamam.
Het dak van de hamam is vanwege de vele lichtkoepeltjes één van de topattracties van Kashan.
Dus hebben wij ons ter plekke even laten vereeuwigen.
Zo zien de vele koepeltjes er van boven uit.
En dit is wat er onder zit.
Het stucwerk is gemaakt van een mix van melk, eiwit, sojabloem en kalk.
Dit is het Tabatabei huis, ontworpen door dezelfde architect die het Boroujerdi huis heeft ontworpen.
Één van de onderscheidende karakteristieken van dit huis zijn dit soort reliëfs, waar gerenommeerde artiesten aan hebben gewerkt.
Bij dit huis, van de familie Abbasia kun je goed zien dat een groot gedeelte van het huis ver onder straatniveau is gebouwd.
De bovenste verdieping is op straatniveau, de drie verdiepingen daaronder zijn daardoor 's zomers koeler.....
....en 's winters warmer.
Het huis is wel echt een doolhof en veel van de kamertjes alleen voor hele lenige mensen (zoals ik) te bereiken.
Verder heeft dit huis prachtige glas in lood ramen.
Het mocht wat kosten allemaal.
Dit is de laatste, het Ameri huis, tegenwoordig een hotel. Dus als je wil kun je in zo'n traditioneel 19de eeuws huis slapen en kebab eten.
We hadden wel weer even genoeg van oude gebouwen en dus togen we de woestijn in waar je zo te zien lekker met je crossmotor kunt raggen.
In the middle of the woestijn bij Kashan staat deze caravansarai, waar je ook nog echt kunt eten en slapen.
Wij scheurden er plankgas langsheen door deze zoutvlakte.
Ver weg van alles en iedereen kon LucÃa even ongestraft haar hoofddoek afdoen.
Maar net als je denkt dat je alleen bent en de broek wil laten zakken komt er ineens iemand langs rijden.
Het was namelijk een komen en gaan van vrachtwagens die hier zout inladen.
Wij wachtten daar nog even op de zonsondergang voor dit plaatje.
En toen moesten we flink hard rijden terug naar Kashan om niet in het stikkedonker midden in de woestijn te verdwalen.
Langs de weg naar Abyaneh op zo'n 90 km van Kashan staan talloze portretten van (volgens mij) in de Iran/Irak oorlog gesneuvelde soldaten uit het dorp.
Uiteindelijk kom je via deze weg het dorp binnen.
Het is een 1500 jaar oud dorp, opgetrokken uit rode klei.
De oudere bewoners schijnen nog een soort middeleeuws farsi te spreken.
Dus dat heb ik deze vrouw nog gevraagd, maar ik verstond 'r voor geen meter. Dus het klopt blijkbaar.
Verder is het een leuk dorp voor een dagtripje vanuit Kashan.
Zoals overal in de wereld zitten er altijd een paar oude mannetjes in de zon elkaar sterke verhalen te vertellen.
Het dorp ligt op bijna 4000 meter hoogte, dus lekker koel. Heerlijk als je de hele dag met zo'n hoofddoek op moet lopen.
De specialiteit van het dorp zijn gedroogde appels.
Een paykan en een saipa, twee automerken waar ik nog nooit van gehoord had.
Weer terug in Kashan bezochten we na een kebab maaltijd deze Bagh-e Fin tuin.
De tuin wordt beschouwd als één van de mooiste uit die periode. Midden in de woestijn een overvloed aan water, ceder- en sinaasappelbomen.
Strak stucwerk ook weer in de paviljoens.
Toen we eindelijk op weg gingen naar Teheran stopten we nog even in Nushabad om deze ondergrondse stad te bezichtigen.
Eeuwen geleden uitgehakt om te kunnen schuilen voor de troepen van Dzjengis Khan.
Na al die woestijnsteden en dorpen eindelijk een moderne stad: Teheran.
In de bazaar was het een kwestie van duwen en trekken. Van dingen of mensen tillen houden ze blijkbaar niet.
We worstelden ons door de bazaar heen omdat die toegang geeft tot de Khomeini moskee. We hadden er meer van verwacht.
Tijd om eens wat paleizen van de Sjahs te bekijken.
Het paleis kent uiteraard vele gebouwen, dit is de Ivan-e Takht-e Marmar. Oftwel de marmeren troon veranda.
Dit is het deksel van de kist van Nasser al-Din Shah.
Shams ol Emareh, het gebouw van de zon. Speciaal gebouwd zodat de Sjah een mooi uitzicht over de stad kon hebben.
Dit is de Talar e Almas, dat betekent de diamantenzaal. En alhoewel ze er genoeg diamanten voor hadden zijn de wanden versierd met spiegels ipv die glimmertjes.
We hadden wel weer genoeg gezien, bovendien moet je voor elk gebouwtje apart betalen en we wilden nog wat geld overhouden voor de kroeg.
Grapje, er zijn in Iran helegaar geen kroegen. I.p.v. naar de kroeg gaan zet iedereen zijn tentje op in een parkje.
We liepen even langs de voormalige ambassade van de VS waarvan ze de schutting hebben opgeleukt. Mag je trouwens geen foto's van maken, dus mondje dicht he.
Sinds de gijzelingscrisis in 1979 is dit 'spionagenest' zoals de Iraniërs het noemen in gebruik door de Iraanse revolutionaire garde.
De weinig gevarieerde graffiti is in opdracht van de regering aangebracht.
Behalve in het park zitten gaan Iraniërs ook graag met zijn allen paffen.
De paykan is een brits model auto dat als bouwpakket naar Iran werd gestuurd. Kostte ongeveer 5000 euro, levensduur met gemak 15 jaar.
Dit is Arash de boogschutter, en hij staat voor het witte paleis in het Sa'dabad Complex.
Dat witte paleis is gebouwd in de jaren 30 van de vorige eeuw door Reza Shah.
Het standbeeld van Rezaatje staat ook nog voor de deur.
Als je een wit paleis en het geld hebt, dan wil je natuurlijk ook nog een groen paleis.
Het is niet eens echt groot en de Sjah (heel gewoon gebleven) sliep er gewoon op de grond.
Aan de andere kant van de stad had de Sjah ook nog een paar paleizen, dit is het Ahmad Shahi Paviljoen op het Niyavaran Complex.
Ik heb ook geen moment rust, overal weten ze me te bereiken.
Dit is het laatste paleis dat ze bouwden en waar ze meestal waren totdat de Islamitische revolutie uitbrak.
We hadden het beste voor het laatst bewaard, de nieuwe moskee waar tevens Ayatollah Khomeini ligt. Gezellig met een fontein met echt bloed voor de deur.
Het is een enorm ding, er kunnen zo'n 20.000 mensen in en ik mocht bij wijze van uitzondering met de camera naar binnen.
LucÃa moest uiteraard door een andere ingang naar binnen, en ik herkende haar bijna niet in haar nieuwe outfit.
Bescheiden als de Ayatollah was ligt hij onopvallend in het midden van de verder sober uitgevoerde gebedsruimte.
Buiten staat nog dit kunstwerk dat uitbeeldt hoe de pelgrims vroeger reisden.
En als je je omdraait zie je dat het verschil met hoe ze dat nu doen nou ook weer niet zo groot is.
Eerder in de week kwamen we deze kunstenaar in de metro tegen, hij nodigde ons uit voor zijn expositie.
Wel een beetje sneu, wij waren de enigen die kwamen opdagen. Hij schonk me daarom één van zijn werkjes.
We reden de stad uit op weg naar onze op één na laatste bestemming in Iran.
De voorlaatste stop voor de grens met Azerbeidzjan was het dorpje Masuleh.
Het bijzondere van dit dorp is dat de daken van de lager gelegen woningen fungeren als straat voor de woninglaag erboven.
In Nederland klagen we al als de bovenburen met harde zolen over hun houten vloer lopen.
Wel een gezellig dorpje, het weer zat alleen niet zo mee toen wij er waren.
Onderweg naar Ardabil waren de bossen in prachtige herfskleuren.
Het gezegde boven de wolken schijnt altijd de zon kan ook in de prullenbak.
In Ardabil is de belangrijkste attractie het mausoleum van Sjeik Safi-od-Din.
De sjeik ligt in deze Allah-Allah toren, de blauwe bakstenen spellen namelijk de naam Allah.
De binnenplaats is weer rijk gedecoreerd met Iraans Blauw tegelwerk.
Als je van dichtbij kijkt zie je pas dat de vrachtwagen die de tegels bracht een ongeluk heeft gehad.
De fabriek die vroeger de Paykan maakte bouwt tegenwoordig Peugeot 405GLX'en. Echt iedereen heeft zo'n ding.
Ik nam nog even een flesje Knoflook Shampoo mee, zodat mijn haar net zo lekker ruikt als mijn adem.
De zonsopkomst in Astara aan de grens met Azerbeidzjan. We waren vroeg opgestaan want we hadden ontzettend veel zin in bier en varkensvlees. Bakoe here we come.