Meer, meer, meer
Nadat we toch nog weer zo’n twee weken kwijt waren met het regelen van nog meer visas (Oezbekistan, Turkmenistan en Iran) wilden we graag meer zien van Tadzjikistan. Overigens waren we meer dan blij toen we het Turkmeense visum kregen, want die wordt meer dan eens geweigerd en de alternatieve route via Afghanistan leek ons meer geschikt voor echte durfals. Enfin, toen we Doesjanbe eindelijk konden verlaten trokken we erop uit naar het stuwmeer van Nurek, want een stuwmeer is ten slotte ook een meer. En ik moet zeggen, dat het er zonder meer goed toeven was, in een drijvend hotel dat onder meer waterskiën op het meer aanbood. Dat was meer dan leuk alhoewel ik de rest van de week meer spierpijn had dan goed is voor een mens. Echt niet normaal meer.
Aansluitend reden we weer verder naar Iskander Kul, alweer een meer. Dat is een meer dan prachtig bergmeer vonden wij. En in dat gebied, het Fan Gebergte, zijn meer meren maar we hadden niet zo heel veel tijd meer dus moesten we wat meer opschieten dan normaal. Vandaar dat we een dag later alweer verder gingen op weg naar Haft Kul, een vallei met nog meer meren. Zeven in totaal, mijzelf ging het overigens meer om de weg omhoog die meer uitdagingen voor mij en de auto bood dan de Pamir Highway. Dat smaakte naar meer! Maar helaas voor meer meren hadden we geen tijd meer, ons visum loopt namelijk op zijn eind en we hebben nog meer landen te bezoeken. Als eerstvolgende Oezbekistan, waar eergisteren de dictator president overleed. Dus die is niet meer. Maar over hoe het ons aldaar vergaat horen jullie binnenkort…eh….meer.