Op weg naar Lusaka om LucÃa van het vliegveld op te halen rustte ik even een dagje uit in Livingstone.
Ik wilde het treinmuseum bezoeken, maar ik hield de vijtien dollar entree in mijn zak en maakte een paar foto's door de mazen van het hek.
Deze trein staat nog niet in het museum, want is nog gewoon in gebruik.
Een paar dagen later arriveerde LucÃa dan eindelijk, zodat we de rest van Afrika gezellig samen konden verkennen.
Op de dag van de onafhankelijkheid bezochten wij dit beeld. Het is opgericht ter ere van de vrijheidsstrijders, de metafoor is in elk geval duidelijk.
De Zambiaanse jeugd die er feestvierde wilde dolgraag op de foto.
Maar met deze jongens was het toch een beetje oppassen, want ze wilden voornamelijk LucÃa aanraken waar dat niet zo gepast is.
Vlakbij het parlement staan drie mausoleums van eerdere presidenten.
Dit is het kantoor van het kabinet, het hoogste administratieve orgaan in Zambia.
Deze ijzeren Hein staat voor het Nationale museum in Lusaka.
Na een visum voor LucÃa voor Namibië te hebben gescoord gingen we op weg naar het Lower Zambezi National Park.
Onderweg vroeg ik deze knapen wat ze van de nieuwe lens vonden die LucÃa voor me had meegebracht.
Daarna nog even mijn investeringsportefeuille doorgenomen met Dhr. Kumboyedza.
Niet veel later, nadat we reeds door een woedende olifant waren opgejaagd kwamen we bij ons kamp aan.
Terwijl we al bezig waren onze tent uit te pakken werd ons ineens deze luxe tent voor een vriendenprijsje aangeboden.
Met een lekker bed, badkamer en dit uitzicht op de Zambezi.
De eeste dag sliepen we eerst lekker uit, en ontbeten met uitzicht op de rivier voor we op safari gingen.
We reden nog niet meteen het nationale park in, maar bleven in de omgeving van onze lodge.
Dat bleek niet veel uit te maken, want we zagen genoeg. Zoals deze red-billed hornbill.
We moesten zelfs regelmatig wachten voor kuddes olifanten.
Ook de knobbelzwijnen (Phacochoerus africanus) waren in overvloed aanwezig.
Nog zo'n niet zeldzaam beest, de helmparelhoen (Numida meleagris).
Dit is een mannetjes impala, of rooibok (Aepyceros melampus) die nogal haast had om weg te komen.
Dit is een vrouwtjes impala, want die hebben geen hoorns, met een roodsnavel ossenpikker (Buphagus erythrorynchus) op zijn rug.
Puur toevallig vonden we ineens een waterhole, kwamen er ook nog twee Dumbo's aanlopen om een potje te gaan zuipen.
En om een beetje te kloten met water.
Terwijl we terugreden naar de lodge vluchten er nog een paar jonge mannetjes impalas de bosjes in.
En even later kruisten we het pad met alweer een olifant.
Het laatste dier dat we tijdens onze eerste safari zagen was deze gele baviaan.
De volgende ochtend stonden we op bij het krieken van de dag.
We reden in een klein uurtje naar de ingang van het park terwijl we de zon op zagen komen.
We waren nog niet in het park aangekomen of de impala's vlogen ons alweer om de oren.
Deze had ons effe niet gezien denk ik.
Het Lower Zambezi is een geweldig park, er zijn namelijk lekker weinig regels. Zo mag je bijv. buiten de gebaande paden rijden.
We kregen wel honger van het zien van zoveel lekkere parelhoenders.
Ze keken daarom denk ik ook een beetje bangig naar ons terug.
Er zijn zo'n 779 vogelsoorten te vinden in Zambia. Ik heb mijn best gedaan, maar van deze heb ik niet kunnen achterhalen welke soort het is.
Impala's schijnen niet zo heel best te kunnen zien.......
......maar ze kunnen wel heel ver en heel hoog springen. Dat lijkt mij een gevaarlijke combinatie.
Een stukje verderop kwam er een roedel vermoedelijk gele bavianen (Papio cynocephalus) langs.
Deze jonkies zijn minder dan drie maanden oud, want daarna trekken ze al niet meer zoveel op met moeders. Zo wil iedereen wel kinderen.
LucÃa wilde even demonstreren hoe groot de termieten kathedralen kunnen worden.
LucÃa was nog steeds onder de indruk van Baobab bomen. Wel grappig dat er twee naast elkaar staan en alleen de linker blaadjes heeft.
Dit is weer een baviaan, maar een andere subsoort. De beerbaviaan (Papio ursinus), de grootste bavianensoort.
Leuk feitje: de helft van de jonge impalaatjes verdwijnt normaal gesproken in de maag van een roofdier.
Van dat soort gedachten krijg je honger, dus kookte ik een potje witte bonen in tomatensaus met knakworstjes.
Als je goed kijkt zie je op deze foto een Zuidelijke karmijnrode bijeneter (Merops nubicoides). Dat is een vogeltje.
Maar dankzij mijn nieuwe speeltjes kunnen we hem ook van dichtbij bekijken.
Als ze wegvliegen zijn ze zo mogelijk nog mooier. Alleen wel lastig om er een scherpe foto van te krijgen op grote afstand.
Dit gele baviaantje keek iedere keer dat de camera klikte en piepte waar dat geluid toch vandaan kwam.
Dit lijkt op een termietenheuvel met een groene muts.
Dit is de Kuiftok (Lophoceros alboterminatus), in het Engels: Crowned Hornbill.
Hier hebben we een boze diadeem kievit (Vanellus coronatus), blijkbaar was zijn nest vlakbij.
Aan de staart herken je natuurlijk meteen deze vorkstaartscharrelaar (Coracias caudatus). En in het Engels heet ie dan weer de Lilac-breasted roller.
Hier zie je dat zo'n red-billed hornbill zich uitstekend kan verstoppen in een struik zonder blaadjes.
Gelukkig voor de afwisseling ook een keer een dood beest.
We wilden al bijna vertrekken omdat we de hele tijd meer van hetzelfde zagen.
Maar toen kwamen we een groepje waterbokken (Kobus ellipsiprymnus) tegen.
Het zijn antilopen die altijd in de buurt van water leven, en ze hebben een nogal dikke jas aan.
Terwijl wij richting de uitgang van het park reden liepen deze twee vriendjes naar de rivier.
Dat was het dan, Lower Zambezi NP kan ook weer van de bucketlist.
Dit is de vrucht van de Kigelia boom, ook wel suasage tree of worsboom. Je kunt de vruchten alleen niet eten.
Een Nijlgans (Alopochen aegyptiaca) koppeltje, oftewel de Egyptian Goose.
Terug bij de waterhole waren er helaas geen olifanten, dat leek ons namelijk leuk voor het Feliz Navidad filmpje.
Toch een filmpje gemaakt, en meteen ook maar een paar foto's.
Even lachen naar het vogeltje.
De volgende ochtend maar weer eens op een normaal tijdstip opgestaan en ontbeten.
Bleek dat we helegaar de deur niet uit hoefden om nijlpaarden te zien.
Ik had niet alleen oog voor de grote beesten, maar ook voor kleintjes zoals deze vlinder. Vermoedelijk de Graphium antheus.
Na een dagje luieren bij het zwembad moesten we weer aan de bak. Een sunset cruise met kapitein Pete.
Hier vliegen toevallig twee Afrikaanse schaarbekken of African Skimmers langs (Rynchops flavirostris), een redelijk zeldzame vogel.
De Yellow-billed Stork (Mycteria ibis) die ik ook in Senegal zag, maar in het Nederlands heeft ie een veel mooiere naam. De Afrikaanse nimmerzat.
Eindelijk kwamen we dichtbij een paar nijlpaarden......
....er zijn een paar soorten, dit is de Hippopotamus amphibius capensis, die in Zambia en Zuid-Afrika voorkomt.
Volgens wikipedia zijn nijlpaarden als soort kwetsbaar (voor uitsterven), maar hier zitten er volgens de gids nog een indrukwekkende 1000 dieren per kilometer in de rivier.
Daar zul je de Afrikaanse Gaper (Anastomus lamelligerus) hebben, hij leeft graag in de buurt van nijlpaarden o.a. omdat die bescherming bieden tegen krokodillen.
Dit is de heilige Ibis (Threskiornis aethiopicus), hij dankt die naam aan het feit dat de oude Egyptenaren hun god Thoth afbeelden met de kop van deze vogel.
De bonte ijsvogel of pied kingfisher (Ceryle rudis).
De zadelbekooievaar (Ephippiorhynchus senegalensis), onze gids noemde hem de 'German Stork' omdat zijn snavel de kleuren van de moffenvlag heeft.
Kijk dan wat een rare vogel, de Witkruinkievit (Vanellus albiceps), met zijn rare gele flappen aan de snavel.
Hier weer zo'n Afrikaanse Schaarbek, maar op deze foto kun je beter zien dat ie zijn naam eer aan doet.
Dit is familie van de vorige, de Grijskopmeeuw (Chroicocephalus cirrocephalus), en deze soort kun je zelfs sporadisch tegenkomen in Spanje.
Telkens als we ergens aan kwamen varen doken deze dikkerdjes onmiddelijk het water in.
Daar voelen ze zich nl. het veiligste. Ga dus nooit tussen een nijlpaard en het water in staan, want dan gaan ze dwars door je heen.
Op de eilandjes in het midden van de rivier liepen ook olifanten rond.
Die vinden het gras daar blijkbaar zoveel lekkerder dat ze er graag een stukje voor gaan zwemmen.
Zodra een nijlpaard op land komt vallen de ossenpikkers aan.
Dit is een Steltkluut of Black-winged stilt (Himantopus himantopus), zo genaamd omdat ie van die lange poten hep.
Deze boom zit kneitervol met reigers.
De Grote Zilverreiger of Great Egret (Ardea alba). Niet zo bijzonder, hij komt op bijna alle continenten voor.
Als mensen zeggen: 'je bent zo blauw als een reiger'. Dan hebben ze het over dit dier. De Blauwe Reiger oftewel Grey Heron (Ardea cinerea).
's Zomers zit ie misschien wel in Nederland, maar overwinteren doet ie hier.
Het begon donker te worden, dus iedereen ging weer op huis aan.
Wij ook, maar daarvoor moesten we wel met een boogje om deze jongens heen......
....en recht op de ondergaande zon af.
We reden daarna richting Livingstone, onderweg stopten we bij het grootste door de mens gemaakte meer.
Dit is de Karibadam waar het meer zijn naam aan dankt. Als je je paspoort afgeeft mag je even op en over de dam (Zimbabwe in) voor foto's.
Het duurde vijf jaar om het meer te vullen, en in het deel na de dam kun je een beetje leuk raften wel vergeten.
We bleven er een nachtje slapen in Siavonga. Het dorp dat gebouwd is voor de mensen die weg moesten uit het dal toen de dam en het meer werden aangelegd.
We reden verder naar Livingstone, waar we hadden afgesproken voor een sunset cocktail bij de Victoria Watervallen....
....met Facu en Carina, twee Argentijnse wereldreizigers.
De volgende ochtend gingen we met zijn vieren een achtje vliegen boven die Victoria Watervallen.
LucÃa glunderde van plezier.
Het was laagwater seizoen zoals je ziet.....
.....want in het regenseizoen valt het water over de hele breedte naar benee.
We komen waarschijnlijk nog een keer terug, maar dan vanaf deze (Zimbabwaanse) kant.......
......hopelijk is er dan meer water en hebben we een wat minder verveelde piloot.
In de lokale taal heten de watervallen Mosi-oa-Tunya, wat 'de rook die dondert' betekent.
"Zulke lieflijke beelden moeten de engelen met bewondering bekeken hebben tijdens hun vluchten", schreef David Livingstone erover. Niet alleen de engelen David.
Terug in ons hotel begroette de huis emoe ons elke dag.
Terwijl we 's avonds de sunset cruise, met gratis onbeperkt drank, die bij de raftingtrip zat maakten......
......vloog onze piloot nog steeds zijn achtjes boven de watervallen.
Ik moest snel wat foto's maken, want ze bleven het gratis bier maar aanslepen.
Deze Witkapbijeneters (Merops bullockoides) zaten gezellig samen op een wortel naar de toeristen die langsvoeren te kijken.
Net als deze hippos.
Je kunt ook met een ultralight over de watervallen vliegen, en dat lijkt me achteraf bezien eigenlijk mooier, want langzamer, lager en zonder glas.
De Argentijnen rijden de wereld rond met een springkussen....
....om de minder bedeelde kindjes een leuke middag of ochtend te bezorgen.
Ik ging ze even helpen bij dit tehuis voor kindjes (van ouders) met AIDS.
Kon LucÃa ondertussen ook meteen even spelen.
Ze vonden het geweldig, maar keken ook wel een beetje sip toen we alles weer gingen inpakken.
's Middags liepen we nog even door het Mosi-oa-Tunya park, waar dit standbeeld van mijn grote voorbeeld David Livingstone staat.
De watervallen zijn 1708 meter breed en 108 meter hoog. In het regenseizoen valt over deze hele breedte het water omlaag.
Dichterbij dan dit konden we nu niet bij het water komen, de mensen op de achtergrond staan in Zimbabwe.
Deze foto kun je in het regenseizoen niet maken, want waar ik stond klettert dan water naar beneden.
Weer een dag later gingen we dan eindelijk raften op de Zambezi.
De eerste rapid was goed gegaan, dus vol vertrouwen peddelden we naar de volgende.
Het lijkt erop dat ik er nog het meeste zin in had van allemaal.
Maar toen wist ik nog niet dat we een stagiar als kapitein hadden.
Maar eenmaal terug in de boot waren we de krokodillen zo weer vergeten.
Alleen zaten we nooit lang in de boot, bij rapid 7 flikkerden Facu en ik er zelfs al uit voor we goed en wel begonnen waren.
En zo ging het eigenlijk de hele tijd door, 21 rapids lang.
Terwijl de Argentijnen vertrokken naar Botswana, verraste ik LucÃa met een laatste trip naar de watervallen.
Daarvoor ga je eerst naar Livingstone eiland, van daar heb je het uitzicht in tegenovergestelde richting.
Weer een oudere naam voor de watervallen is 'Chongwe', dat betekent 'De plaats met de regenboog'.
Vervolgens mag je even onder begeleiding zwemmen in de Devil's Pool.
Daarna nog even over het randje leunen en kijken hoe het water 108 meter steil naar beneden dondert.
Daarna vertrokken wij naar Namibië. Maar natuurlijk niet zonder even afscheid te hebben genomen van de huis zebra's.